"Ze zijn opgewonden als een klein beertje of klein autootje"
"Nys kan je in slaap regelen"
"Hij is een pak overschot"
"Stybar heeft snedige snelheid"
"Ze komen hatelijk uit de bocht"
"De twee van Telenet rijden wild rukkend"
"Ze krukkelen door het zand"
"Als Stybar vertrekt heb je het aan je zip"
"Albert is aan het zwadderen"
"Nieuwelingen moeten bij de fanfare gaan aankloppen voor een nieuwe tube"
"Ze pietsen elkaar dood"
"Ze hebben loshangende pootjes in de bochten"
"Het valt allemaal in het zwembad"